FreightLok
Spanbanden
FreightLok producten zijn de bouwstenen voor ladingzekering.
Meer ontdekkenEen goed begrip van de technische termen die te maken hebben met het zekeren van ladingen is van cruciaal belang om de veiligheid en efficiëntie van uw activiteiten te garanderen. Onze uitgebreide verklarende woordenlijst is ontworpen om duidelijke en beknopte definities te geven van de belangrijkste termen en concepten die gebruikt worden bij het vastzetten van ladingen.
Blijf op de hoogte, blijf veilig en houd uw lading veilig met onze gids voor technische termen in ladingzekering.
Lading zekeren volgens de geldende normen, zodat er geen risico is op schuiven, kantelen, vallen of andere ongewenste bewegingen.
Bij het vastzetten van ladingen hebben we het eerder over te weerstaan krachten dan over gewicht, daarom gebruiken we geen kilogrammen maar Newton om de waarden van de spanband aan te geven. Om de berekeningen te vereenvoudigen, gebruiken we decaNewton (daN, 1 daN = 10 Newton ≈ 1 KGF). De lashing capaciteit van een spanband wordt bepaald door de zwakste schakel in het geheel. Let op: de lashing capaciteit wordt NIET GEBRUIKT voor het vastsjorren, in dat geval moet STF worden gebruikt.
De standaard spankracht is de kracht die door de SHF wordt opgewekt en op de spanbanden wordt overgebracht. Deze waarde wordt uitsluitend gebruikt voor het vastsjorren van ladingen. Als de STF bijvoorbeeld 500daN is en u uw lading vastbindt, dan is de neerwaartse kracht die op de lading wordt uitgeoefend 500daN. De STF wordt door meerdere factoren bepaald. Bijvoorbeeld de lengte van de handgreep. Denk eraan: hoe hoger de STF, hoe minder spanbanden nodig zijn om uw lading vast te zetten!
De standaardhandkracht is de kracht die een "standaardgebruiker" op het spansysteem/de ratel kan uitoefenen. In dit geval is 50daN een universele standaard die gebruikt wordt om de STF-waarde van een apparaat in combinatie met de riem te bepalen.
Oppervlakken die langs elkaar bewegen hebben een bepaalde mate van wrijving. De mate van wrijving wordt uitgedrukt als de zogenaamde wrijvingscoëfficiënt. De wrijvingscoëfficiënt geeft de wrijving tussen twee oppervlakken aan; met andere woorden, hoe gemakkelijk het ene materiaal over het andere kan glijden. Dit wordt uitgedrukt in een getal: een groter getal duidt op een hogere wrijving.
Bij het neersjorren worden er minstens twee spanbanden over een laadeenheid, zoals een doos of krat, gelegd, die vervolgens met een geschikte ratel op de juiste spanning worden gebracht. Door het aanspannen wordt de wrijving tussen het voorwerp en de laadvloer verhoogd, waardoor het voorwerp minder snel verschuift.
Het vastzetten van ladingen met een vormsluiting is een effectieve manier om ladingen vast te zetten. Hierbij wordt de lading zo geplaatst of vastgezet dat deze perfect in de beschikbare ruimte past en tijdens het transport zo min mogelijk beweegt.
Bij hoeksjorren worden normaal gesproken acht sjorbanden in een rechte hoek (β = 90°) ten opzichte van het laadoppervlak gespannen. Diagonaal sjorren wordt standaard alleen in de lengterichting of alleen in de dwarsrichting gebruikt, omdat de nauwe passing (bijv. door blokkeren of andere laadeenheden) de andere richting beveiligt.
Spanbanden worden diagonaal geplaatst, van de ene hoek van de lading naar de tegenoverliggende hoek.
Bij bloksjorren worden de riemen zo geplaatst dat de voorste, bovenste hoeken met spansystemen zo worden vastgezet dat ze niet meer in de rijrichting kunnen bewegen.
De maximale rek voor spanbanden volgens EN 12195-2 is 7% bij LC. De meeste standaard LoadLok spanbanden hebben een rek van 5% bij LC, waardoor u meer grip op uw lading hebt! Er is ook spanband van 4% verkrijgbaar (bijv. bij autotransport).
Vrachttransporteenheid
Maximale beveiligingsbelasting
Limiet werkbelasting
Gelijkmatig verdeelde belasting
De koudeketen is de continue keten van koeling tijdens het transport van producten van de fabrikant, via de groothandel naar de detailhandel en zelfs de eindgebruiker. Het bewaken van de koudeketen is een belangrijk onderdeel van de kwaliteitscontrole rond producten zoals vaccins en voedingsmiddelen, maar bijvoorbeeld ook chemische grondstoffen.
De K-factor van isolatie staat voor de warmtegeleiding van het materiaal of het vermogen om warmte te geleiden. Gewoonlijk hebben isolatiematerialen een K-factor van minder dan één. Hoe lager de K-factor, hoe beter de isolatie. IsoLok-producten zijn genoemd naar hun K-waarde.
Het hoogteverlies bij het plaatsen van de lading in de aanhangwagen. Dit is belangrijk om rekening mee te houden. Loadlok Isolok producten hebben de laagste hoogtebeperking op de markt (110 mm).
Met het SmartLift-systeem kan het schot gemakkelijk en snel over de lengte van de oplegger worden verplaatst. Wanneer het schot in de parkeer- of werkstand staat, vergrendelt het systeem automatisch voor de veiligheid tijdens het transport.
Het TopMounted systeem wordt aan beide zijden geleverd met handmatige vergrendeling en opheffing, en schuift in een LoadLok 3061 of 3062 J-Track.
Een balancer (SmartLift) ondersteunt het optillen van het paneel en schuift in een Loadlok 3061, 3062 of 3073 rups, afhankelijk van de versie van Balancer.
Loadlok heeft ook balancerversies die in originele Krone of Schmitz Cargobull rupsprofielen passen.
Een push-in oplossing kan worden gebruikt om een 1/3 compartiment van een koeltrailer volledig af te sluiten.
HACCP (Hazard Analysis and Critical Control Points) controleert de risico's voor de voedselveiligheid in alle processen van de voedselproductie, inclusief verschillende temperatuurzones in de trailer voor een veilig transport van bederfelijke goederen.
De ATP, "Accord Transport Perissable", is de regelgeving voor gekoeld transport bij gecontroleerde temperaturen van bederfelijke goederen.
Captive rails worden gebruikt met balken. Deze rails zorgen ervoor dat de balken niet uit het voertuig kunnen worden gehaald. Het is een volledig gesloten systeem.
De rails worden in de zijkant van de muur gemonteerd, waardoor een vlak oppervlak ontstaat.
Het Peak-certificaat is het certificeringsmerk dat aangeeft dat carrosserieën van vrachtwagens en andere transportmiddelen, zoals opleggers, rolcontainers, laadkleppen, schotten en koeleenheden voldoen aan de toegestane geluidsnormen bij het laden en lossen in woongebieden.
De maximale capaciteit die gebruikt kan worden voor terrasdelen.
De maximale capaciteit die een object kan weerstaan om lading tegen te houden.